Zuiderdiepse Verheffing

In het kinderzitje gevangen keek ik
door die grote zwarte zonnebril
van vonk naar vonk
hoe papa bij Pattje scheepsrompen laste

Een paar keer per dag
knikte je naar mij:
-snelle opwaartse beweging van de kin
de vlam gevaarlijk dicht bij je hoofd-
Alles goud mienjong?
Trappelen, zwaaien, janken
het hielp geen moer

Pas klokslag 5 uur
werd ik optillend bevrijd
Vervlogen liedjes neuriënd
met tranen van Tirana
zich een weg banend
door aanstekelijke stoppels

In de gele bus met rode stoelen
richting stad
zong je uit volle borst
en speelde ik een kwartier
met jou en de veerkracht

En vandaag
op ‘t Zuderdaip in een wittig-blauwe stadsbus
met non-verende vandaalbestendige bekleding
bedacht ik me dat ik altijd al gedacht heb
na je fatale voltage
Toe pappa, til me nog es op
nog één keer en dan hou ik op

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in poëzie. Bookmark de permalink.