Wat zeg je dan?

Als stijloefening ga ik wekelijks of maandelijks iets schrijven in 150 woorden. Het zal wel per kwartaal worden, mezelf kennende, maar dat terzijde. De kunst is om met zo weinig mogelijk woorden zo veel mogelijk zeggen, tenminste, dat denk ik. Met een auto op volle snelheid door een Italiaans straatje rijden met aan weerszijden 5 cm speling. Dat werk. Zinnen zonder persoonsvorm zullen wel geregeld opduiken, vermoed ik zo. En nietszeggende bijzinnen zoals in de vorige zin, dat kan dus niet meer.
Kan ik dat eigenlijk wel?
Stel je gaat terug in de tijd en het enige communicatiemiddel is een telegram. Een keer per week mag je dan je geliefde een bericht sturen aan de overkant van de oceaan. Wat zeg je dan tegen de telegraaf?
Ik zou zeggen:
Ik zit in een metafoor en ik heb maar voor 24 woorden geld. Erg he? Inderdaad. Nou, groetjes aan je ouwelui en ik mis

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column 150. Bookmark de permalink.