Wad 1

Nog een uur voordat de boot vertrekt. We strekken de benen, de kinderen zijn naar het water gelopen achter ons. Ze worden steeds brutaler. Eenmaal terug in de auto spreken we af dat we een nieuwe regellijst gaan opstellen. De jongste zette zijn zeurstemmetje op dat hij heus wel wist wat de regels waren.

Op de boot, middendeks, komt een jongen voorbij in een zwarte blouse met roze flamingo’s erop. Hij heeft een grote bos met pijpenkrullen op zijn kop en draagt een korte broek. Aan zijn voeten zitten hele funky klompen.

Een tafel verderop zit een gezin. De kinderen drinken chocomelk, de moeder een biertje en de vader slaat net in één keer een smal blikje Red Bull achterover. Daarna laat hij een zachte boer die ik even later kan ruiken. Een walm met kauwgomgeur. Heel goor.

De overtocht naar Terschelling duurt twee uur. De meeste passagiers zijn daar op voorbereid getuige de vele spelletjes die er gespeeld worden. Kaarten is nog steeds populair. Anderen kijken een video op een tablet of telefoon. Sommigen doen een dutje. Het drijvende restaurant dat de boot is, doet goede zaken.

De motor van de boot rommelt door het hele gevaarte heen, je voelt niet precies waar hij werkelijk zit. Onderin weet je, maar het klinkt alsof hij door de boot wandelt als een soundtrack van een slechte horrorfilm. De Waddenzee is kalm, vlak en biedt samen met de grijze lucht erboven een rustgevend aanzicht. Soms vliegt er een vogel voorbij op dezelfde hoogte.

De oudste heeft de hele tijd een koptelefoon op en beweegt en playbackt met de muziek mee als een rockster. Ze zit op de rand van de kinder- en pubertijd. Soms maakt ze wandelingen buiten het grensgebied. Als ze ver het puberland ingaat, voel ik me nederig worden. Ze lacht dan plagerig als ik haar roep om terug te komen.

Buiten zit ik naast een jong stel dat een gesprek heeft over wat hij zou doen als zij overboord zou slaan. De jongen geeft goede (romantische?) antwoorden, want het meisje moet lachen en giechelen. Ze neemt daarna een slokje bier en kijkt vrolijk voor zich uit.

Jonge knappe meisjes in strakke broeken flaneren zowel boven- als benedendeks. Terwijl ze met elkaar praten, checken ze steeds hun haardracht en kledij.

Veel honden aan boord, letterlijk bedoel ik. Bij sommige ontmoetingen wordt er oorverdovend geblaft.

Later in bed moet ik terugdenken aan een nieuwsbericht op de radio dat we hoorden onderweg naar Harlingen. Een boerin in Zeeland had haar koeien voorzien van gps-apparatuur zodat ze minder tijd kwijt was om de beesten te zoeken op het grote en drassige landgoed. Als een koe langer dan zes uur stilstond op dezelfde plek kreeg de boerin een signaal. Dan gingen ze zoeken. Ik had met de koeien te doen, vanwege die zes uur. Arme beesten. Hoeveel tijd zou een mens krijgen in een gps-systeem van de boer boven ons?

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , . Bookmark de permalink.