Toekomst

Mijn gevoel had me in gefluisterd dat het er niet best voorstond met de wereld in het algemeen en Nederland in het bijzonder. Het populisme viert hoogtij en hoe kun je daar weerstand tegen bieden? Neem Griekenland. Leuk vakantieland, maar nu gaan er alleen miljarden naartoe waarvan we het grootste gedeelte waarschijnlijk nooit meer terugzien. Ze hebben ons ook nog voorgelogen. Er is veel corruptie en je kunt al bijna vanuit de wieg met pensioen.
Stel je bent nog niet zo lang stemgerechtigd en je krijgt de vraag voorgelegd: moeten we Griekenland nog meer geld geven? En straks wellicht Spanje of Slovenië? Het ligt zo voor de hand om daar ‘nee’ op te antwoorden, zeker als je de Europese geschiedenis nog niet machtig bent.

Tijdens een verjaardagsfeest in Amsterdam luisterde ik naar een gesprek tussen twee jongens van midden twintig. Coole gasten, helemaal van deze tijd. Bier, smartphones en kapsels als kwamen ze net van een dure kapper. Griekenland kwam al snel ter sprake, omdat de ene jongen had gelezen dat multinationals, waaronder Heineken, zich aan het terugtrekken waren uit het geplaagde Tzatzikië. De jongens dronken overigens bier van Duitse makelij, maar dat terzijde.
Ik verwachtte een warm pleidooi om het land uit de EU te knikkeren, maar geheel tegen de verwachting hield de andere jongen een gekruid betoog vóór het blijven steunen van welk EU-land dan ook dat in de problemen zou komen. Het was een prachtig gesprek. De aanvaller schotelde krantekopachtige vragen voor waar de verdediger gepassioneerd en gedecideerd op antwoordde. Het hoogtepunt van de discussie werd bereikt met het inzicht van de aanvaller dat hij er te weinig van af wist om een goed oordeel te vellen over die complexe materie. Hij kwam er, zoals Robben in Oekraïne, geen enkele keer langs. De verdediger pareerde met een veelheid van (economische) argumenten tegen de plaagstoten.
Hij hield zijn vriend tenslotte het volgende voor: als in ons clubje vrienden iemand naar de kloten gaat, dan helpen wij hem toch ook? Samen uit, samen thuis. Je moet vrienden niet meteen bij de eerste de beste tegenslag laten vallen. Toch?
Afgezien of miljarden sturen wel de beste remedie is, vond ik het hartverwarmend dat een jonge vent, zonder het daadwerkelijk te benoemen, een pleidooi hield voor solidariteit, of kameraadschap zo u wilt.
Het zou het huidige debat anders kleuren als bijvoorbeeld Rutte in het begin had gezegd: “Jongens, ik heb slecht nieuws, Tzatziki kan zijn eigen broek niet meer ophouden. Het is ten dele ook zijn eigen schuld, want hij loog over de gesteldheid van zijn broekriem, maar toch. We moeten wat doen, vind ik.”
“U bent zichtbaar aangedaan.”
“Ja, wat denk je? Het is niet niks als een goede vriend met zijn broek op de enkels staat. Het zag er niet uit.”
“Wat gaat u nu doen?”
“Ik ga de kamer vragen hoe zij denken dat ze hem het beste kunnen helpen. Wat kunnen we anders?”
Maar zo ging het niet.
Hoe dan ook, de verdediger gaf me weer moed dat ook jongelui in staat zijn de verleidingen van het populisme te weerstaan.

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , . Bookmark de permalink.