’s Ochtends, en zeker op een maandag, is de gang naar het werk op de fiets niet altijd even plezierig. Dat heeft meer met mijn werk te maken dan de fietstocht zelf. (Sinds de tocht wordt opgeluisterd met muziek uit de iPod is het eigenlijk best een goede start van de dag. Eenmaal het fietsenhok in en de oordopjes uit wordt het snel minder, maar laat ik u niet vervelen met het noodzakelijk kwaad van mijn bestaan.)
Vanochtend werd ik halverwege ingehaald door een jongen met zwarte huidskleur en witte muts, wat niet overbodig was met die snijdende wind, die muts bedoel ik. Zijn fiets rammelde behoorlijk, hoorde ik toen hij langsscheerde, mij bijna rakend, want ik zat niet op te letten vanwege een popklassieker uit de jaren 80 die mijn trommelvliezen streelde. De jongen, jaar of twintig schatte ik, gaf me een minachtende blik en ik deed alsof mijn neus bloedde. Was hij jaloers op mijn iPod?
Bij het eerste stoplicht kwam ik vlakbij hem te staan. Omdat het nogal glibberig was en mijn zolen daar niet op waren berekend, gleed ik half uit en moest me vastgrijpen aan iets, en het liefst heel snel. U raadt het al, het werd zijn mouw. Ik trok zijn stuurboordzijde half onder water, wat hij niet erg waardeerde. Ik was hem dankbaar, het brak mijn val. Zijn reactie was van kwikzilver: flitsende armzwaai, vloek (engels?) en de mededeling dat ik even moest dimmen, eikel die ik was.
Foute boel, dat voelde ik feilloos aan. Mijn oprechte excuses waren dan ook niet aan hem besteed. Zijn hoofd schudde nog een paar keer van ongeloof en hij inspecteerde zogenaamd zijn fiets en kleding of ik niets kapot had gemaakt. Zo voorzichtig mogelijk stapte ik wat naar achteren. Een jongedame die aan de andere kant stond, trok haar wenkbrauwen naar me op.
Groen. Gelukkig.
Nog geen drie minuten later zag ik hem onderuit gaan!
Plat op je bek gaan, heet dat in de volksmond, dit was meer een knieschuiver. Zwaar letsel had hij niet. Zijn blik, daar op de grond, sprak tot mijn verbeelding. Leedvermaak is op zijn tijd best prettig, maar je moet er geen gewoonte van maken vind ik, dan word je op den duur geweerd van feestjes e.d. wat ook weer niet zo erg is, alleen is het geen goed middel tegen eenzaamheid en daar ga ik zo nu en dan gebukt onder. Maar laat ik u niet vervelen met mijn zelfmedelijden. Ik voelde geen leedvermaak toen ik het zag gebeuren, nou een klein beetje dan, maar de sympathie voor de natuur overheerste.
“Wat de fock? Lig ik hier op die focking grond in die focking ijsshit.” Zoiets moet door zijn hoofd zijn gegaan, vermoedde ik.
Dat zelfs de stoerste jongemannen gevloerd kunnen worden door de natuur, door een strookje sneeuw met een onderlaagje ijs, deed me deugd.
Dus gemeente, niet te veel strooien graag.
Abonneer
Views
- Nee toch? - 5.391 views
- Bodem - 3.560 views
- Zomergast Simone van Saarloos - 2.791 views
- Makke Schappen - 2.180 views
- Raak - 1.890 views
- Zo lang - 1.713 views
- Luwte - 1.633 views
- Brug - 1.633 views
- Klootzak - 1.589 views
- De genezing, Peter Buwalda - 1.539 views
- Onderweg 2 - 1.519 views
- Enfin - 1.489 views
- Awesome - 1.464 views
- War - 1.447 views
- Zomergast Adriaan Geuze - 1.438 views
Tags
- amsterdam
- Ardennen
- bier
- camping
- corona
- Crisis
- Dijkshoorn
- dip
- dood
- dwdd
- familie
- film
- filosofie
- frankrijk
- Geert Wilders
- groningen
- Grunberg
- italië
- Johan Cruijff
- kroeg
- kunst
- loslaten
- martin Bril
- media
- muziek
- onderweg
- pils
- politiek
- Poëzie
- radio
- reizen
- Rutte
- sociaal
- sport
- strand
- taal
- Thierry Baudet
- Trump
- tv
- vaasje
- voetbal
- vroeger
- West Pacific
- writersblock
- zomergasten
Archieven