Steun

Na weer een avond verwoed gebroed
op onwelvoeglijke zinnen
zwalkte de dichter met zwaar gemoed
de sociale dienst tegemoet

toen onderweg het ei zo van briljante eenvoud
uit zijn voegen barstte, dat hij rechtsom keerde
en buiten zinnen de regels repeteerde
denkend: wat heb ik toch een prachtige baan!

Die nacht steunde hij, geheel voldaan,
tegen de gedachte aan dat hij nooit meer
naar de sociale dienst hoefde te gaan.

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in poëzie. Bookmark de permalink.