Spartel

Vroeger was beslist niet altijd beter dan tegenwoordig. Zwemles bijvoorbeeld was in mijn jeugd niet bepaald vriendelijk. Op mijn eerste les zat een of andere masochist aan mijn benen te kikkeren terwijl ik op een gymtoestel lag. Ik werd hard aan mijn oor getrokken omdat ik die beul niet begreep en ik schreeuwde het uit naar mijn moeder wiens contouren ik zag door het geribbelde glas, maar ze hoorde of zag me niet.

Zo’n 40 jaar later is het nodige veranderd. Na het oeverloos gelummel in sportfondsenbad Oost van mijn dochter, heeft de jongste les in een extra warm zwembad in Zuidoost.

Bij de les zijn er meerdere badmeesteressen in het zwembad. Zij begeleiden op ontroerend wijze het molengewiek van die dunne armen en benen. Instructies worden liefdevol in het oor gefluisterd, een stemverheffing is er nimmer. Soms ben ik bang dat die kleine spriet van mij verdrinkt, maar nee, altijd is daar de helpende, zachte hand. Die badmeesters zijn de beste vaders en moeders die je maar kunt bedenken. Geduldig en lief.

Mijn zwemles werd begeleid vanaf de bar waar een of andere dikke Poetin zat die in een microfoon bevelen uitvaardigde die werden opgevolgd door slaven aan de rand van het bad die met lange stokken ons in het gareel hielden.

Als je er niet in durfde te springen, kreeg je een schop onder je kont. Dat overkwam steevast twee broers met flaporen die jankend stonden te bibberen aan de oever.

Hoe anders ging het vandaag: een jongen die minutenlang aan de kant stond te treuzelen om erin te springen, waarbij ik op den duur zelfs de neiging kreeg om hem een schop te verkopen. Maar de jongedame in het water niet, die wachtte en wachtte met de armen omhoog om hem op te vangen. Soms maakte haar hand een schaarbeweging à la Whitney Houston van: kom er maar in, je kunt het, ik vang je op, ik ga niet weg, ik blijf. Het zijn engelen als je het mij vraagt, of waternimfen, overgeheveld vanuit een betere wereld.

Ik moet vaak de tranen bedwingen die in me opwellen als ik toekijk. Net als de neiging me om te kleden om ook eens opgevangen te worden door die jongedames. Maar ik zou dan waarschijnlijk die ranke schouders nooit meer loslaten en vragen of ze zich verkiesbaar zou stellen voor een nog op te richten politieke partij.

Die jongens die in mijn tijd het bad in werden geschopt, hebben daar nu nog last van. Ik kijk ook niet met plezier terug op de zwemlessen, een trauma was het niet, dat kwam pas later, toen ik (onterecht natuurlijk) zakte voor mijn diploma A en mijn broer slaagde.

Voordeel van die militaire aanpak: in drie maanden een diploma, dat dan weer wel.

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , . Bookmark de permalink.