Slappe

Afgelopen zaterdag toog ik met T. naar dansles.

“En een hele, hele, hele slappe Latte voor mij met maar echt een heel klein beetje koffie,” zei een dame aan de bar toen we binnenkwamen. Vorige week zei ze dat ook al. Homeopatische koffie zullen we maar zeggen. Desalniettemin, slappe Latte is beslist fraai te noemen.

Een jongen aan een tafel vlakbij, toen een meisje naast hem ging zitten: “Ik groette je laatst, maar je negeerde me gewoon, je zei niks. Dat deed pijn.” “Oh sorry, ik had je helemaal niet gezien,” zei ze nonchalant. Dat het hem pijn deed, vond ik mooi gezegd.

We gingen op weg naar huis. De herfst was nog steeds warm. Even later bestelde ik twee ijsjes en door de harde muziek konden de verkoper en ik elkaar niet verstaan en zei ik zowel ‘watermeloen’ als ‘watermelon’. “Waarom sprak je Engels?” zei T. “Omdat die kloothommel mij niet verstond,” zei ik. Het was fijn om weer eens ‘kloothommel’ te zeggen. 

Onze favoriete adresje was gestopt met ijs verkopen. T. en ik gingen daarom samen even huilen, heel theatraal, midden op straat. “Waarom!?” Daarna bedachten we hoe we wraak konden nemen. Pissen in de zaak kwam voorbij en ook een punaise in de broodjes stoppen. 

Aan de muur in dit zaakje met die veel te harde muziek hangt een foto van de Eiffeltoren in roze tinten. Het doet me denken aan de zin van een lied van Modest Mouse: “And we named our children after towns that we’ve never been to.”

Buiten wemelt het van de toeristen en de bouwputten. 

Ik dacht terug aan een man die ik had zien staan met een baby in een tuigje en dat ik niet meer kon herinneren of ik T. ook in zo’n ding had gedragen.

Het herfst ook in mijn geheugen.

 

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , , . Bookmark de permalink.