Sentimenteel

In mijn Over mij staat dat ik een sentimentele droogkloot ben. Vooral dat sentimentele baart me tegenwoordig zorgen, want de balans slaat een beetje door.

Laatst tijdens het achtuurjournaal al. Die brand in Siberië en de vader die met zijn telefoon aan de wereld liet zien hoe zijn zoon van 10 eruit zag, voordat de brand hem te pakken kreeg. Zo zielig. Kon ik mijn bril weer schoonmaken.

En afgelopen zondag met mijn dochter. We reden naar de cafetaria toen het nummer Don’t Panic van Coldplay op de radio voorbijkwam. Dat zachte, weemoedige refrein met die prachtig echo-ende gitaar over hoe mooi de wereld is: een brok vol nostalgie in mijn keel. Ik zette het volume op maximaal.

‘We live in a beautiful world!’ zong ik mee zodat mijn dochter dat goed kon horen.

Ik bestelde friet, frikandel, kaassoufflé en shoarma als was het poëzie.

“Mooi nummer was dat net hè?” zei ik monter. “De wereld gaat dood,” zei mijn dochter. “Iedereen gaat dood,” zei ze.

Godallemachtig. De optimist. Ik heb fatale fouten gemaakt in de opvoeding, dacht ik vertwijfeld. Nog maar 13 en dan nu al zo fatalistisch. Heeft ze dat van mij?

“Hoe bedoel je? We gaan nu toch niet dood, op dit moment?” zei ik kalm. Ik had inmiddels geleerd dat kalm reageren het gesprek gaande houd. Te veel emotie erin smoort de zinnen als maizena in een pot pindasaus.

“De wereld gaat dood,” zei ze resoluut, “dat weet iedereen. De opwarming, de zeespiegel.” Haar ogen vlamden als een vulkaan.

“We kunnen er nog wat aan doen,” zei ik, wederom ijzig kalm.

“Papa, het leven is mooi, maar de wereld gaat dood, we gaan allemaal dood,” zei ze met een zucht.

Oh, bedoelde ze dat. World  was wat anders dan leven. De aarde was dan verdoemd, het leven was mooi. Misschien was dat ook wel zo.

In de auto had ik me voorgenomen dat nummer van Coldplay terug te gaan luisteren. Dat deed ik een paar dagen later via YouTube. Bleek, uit de commentaren, dat het nummer juist over het toetakelen van de aarde gaat, door die vermaledijde mensen. Had ze toch gelijk, mijn dochter.

Vandaag was ik met de kinderen in café Pacific Parc. Wat een heerlijk café is het toch. Lekker sleazy. Niks geen trendy geneuzel. Nadat ik terugkwam van de wc, was mijn zoontje aan het lachen.

“Pap, pap,” zei hij, “kijk wat hier staat.” Hij begon te lezen uit een kaart die op tafel lag. “Met een optreden van DJ Kutlul en Zorro,” zei hij. Het stond er echt zag ik. Mijn zoontje viel bijna van de stoel van het lachen. “Kutlul, ha ha ha!”

Even later kwamen ze vragen om geld voor de flipperkast, terwijl ik een slokje nam van het bier.

Naast me streek een gezelschap neer van jongedames die weggelopen waren uit een toneelstuk met louter karakterrollen. Voor me was een moeder bezig met het opmaken van een tijdschrift. Haar dochter speelde met een pop. De lange dame van de bediening poetste een tafel droog. Een jongetje aaide een hondje met een platte neus die moest niezen. De hond bedoel ik. Mijn kinderen stonden elk aan een kant van de flipperkast. Tim slaakte telkens een kreet als hij de bal miste. Het was alsof ik weer langzaam terugkeerde naar mijn jeugd.

Mocht ik ooit weer somberen, sleep me dan naar de Pacific Parc, bedacht ik me.

We leven in een wonderlijke wereld.

Dj Kutlul.
Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , , , , , . Bookmark de permalink.