Ruimte

De ochtend na het zien van de wat tegenvallende Blade Runner, 2049, kroop mijn zoontje (7) naast me in bed alsof hij daarmee antwoorden gaf op de kosmische vragen van de film die rondtolden in mijn hoofd door de ruimte tussen ons zo klein mogelijk te maken.

Ondertussen ratelde hij over aardrijkskundige dingen die hij had geleerd op school. Over het verschil tussen een land en een continent, dat soort dingen. Af en toe dommelde ik weer in slaap. Op goed geluk mompelde ik dan als ik boven kwam drijven “Ja ja” of “Hm hm”.

Hij is nog zo klein dat hij bijkans in mij verdwijnt.

Vanmiddag zei hij tegen mij: ‘Waarom gaat een boom niet naar school?’ ‘Nou?’ zei ik. ‘Omdat hij geschorst is,’ zei hij. Had hij zelf bedacht, samen met een vriendje. Jaja.

Een paar dagen later zag ik de film Polytechnique van dezelfde regisseur als Bladerunner, 2049, over een waargebeurde massamoord op een technische hogeschool in Canada in 1989. Een meesterwerk. De dader haatte vrouwen en wilde er zoveel mogelijk neerschieten. De film leek daarmee onbedoeld te onderstrepen dat het tegenwoordig niet de tijd van de man is.

Polytechnique eindigt met een jonge vrouw die in verwachting is. Met hoop.

Soms zou je jezelf bijna soortgelijke afschuwelijke gebeurtenissen toewensen, zodat je weer weet wat nu echt belangrijk is. Van voortkabbelen val je in slaap.

In de film gaat een jonge vent daags na het drama op bezoek bij zijn moeder die zich zorgen om hem maakt. Hij gaat gebukt onder survival guilt, het gevoel te hebben dat het niet klopt dat jij de tragedie wel hebt overleefd. In plaats van zijn sores met haar te delen, houdt hij zich groot en speelt de zoon waar een moeder zich geen zorgen over hoeft te maken.

Toen Polytechnique was afgelopen wilde ik bellen met de slachtoffers. Zo ben ik. Ik heb het natuurlijk niet gedaan, zo ben ik ook. Het had ook weinig zin gehad, ik spreek geen Frans.

Je t’aime. Meer ken ik niet.

Een vriend van me zei eens lang geleden dat het een zwaktebod was als er een verwijzing zat in een tekst. Omdat die tekst dan niet op zichzelf staat. Ik moet er elke keer aan denken als ik iets schrijf over muziek of een film. Dan weet u dat.

Ik hoorde, het heeft vermoedelijk weinig met dit stukje te maken, maar goed, deze zin op mijn koptelefoon: When there’s nothing left to burn, you have to set yourself on fire.

Ik wilde afsluiten met de poëtische ruimte tussen mij en Tim, maar nu vraag ik me af of dat wel een goed idee is.

 

 

 

 

 

Still uit de film Polytechnique.
Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , , , . Bookmark de permalink.