Poeh

Laatst las ik een artikel dat je van je huisdieren ook ziek kan worden. Zo is een mond of bek van een hond geen steriele omgeving, om het mild uit te drukken. Ik moest daaraan denken omdat een mevrouw met kort haar en een alpinopet even verderop met een klein hondje zit te tongzoenen. Het is zo onsmakelijk dat ik mezelf moet bedwingen niet op de mevrouw af te stappen en haar te vertellen van dat artikel.

Ik zit op het terras van het Blauwe Theehuis in het Vondelpark. Deze is nu in handen van Brouwerij ’t IJ. Het personeel is net zo belabberd als zo’n tien jaar geleden, de laatste keer dat ik er was. Zo wordt hier een biertje geschonken zonder deze af te romen met een spatel (zodat het schuim niet over je handen rolt als je je glas aanpakt). Kennelijk zijn ze daar tegenwoordig te beroerd voor.

Wat maakt het allemaal uit, houd ik mezelf voor, het is een heerlijke nazomerdag en ik zit in het zonnetje aan een biertje in deze gekke tijd. Laat ik vooral proberen te genieten. Op de achtergrond klinkt Golden Brown van The Stranglers. Zojuist passeert een jongeman met het haar van een vrouwelijk fotomodel. Hij komt terug met drie IJwitten.

Voor het eerst in maanden ben ik weer aan het schrijven, krijg ik weer een beetje grip op de realiteit.

Er zijn veel wespen. De zon schijnt nu van links in mijn gezicht.

Een stel verderop is gaan staan om elkaar lang en innig te omhelzen. Als ze klaar zijn veegt de dame tranen uit haar ogen. Ik denk terug aan de begrafenis van de vader van een vriendin. Ze hield een mooie speech hoorde ik, dat ze haar vader wel weer zou zien in de korenvelden. Beide hebben en hadden een innige band met de natuur.

B-52’s klinkt bij de bar. En Iggy Pop.

Ik snap eigenlijk niet dat mensen dat kunnen, speechen bij de begrafenis van een van je ouders. Wellicht is dat anders als het echt gebeurt maar dat weet ik gelukkig nog niet.

Ondanks de truttigheid van de meeste mensen om me heen, is het mooi te zien dat men zich het bier laat welgevallen. Ondanks alles.

Ik vraag me af of ik nog een IJwit zal nemen. Nadeel van een biertje is dat je ruggengraat in de week wordt gelegd.

Iets anders: vanochtend was ik met mijn dochter in de RAI voor een coronatest. Nooit geweten dat een wattenstaafje zo diep je neus in kan, ik zag hem al bijna weer uit het achterhoofd van mijn dochter komen, zo ver. Het vreemde was dat niet iedereen een mondkapje droeg die getest werd. De kans lijkt me namelijk best groot in zo’n teststraat om het virus op te lopen. Ik hou me vast aan het sterftecijfer (0,7%?) als een statistisch anker om de angst te beteugelen.

Als u zich inmiddels afvraagt waar de titel op slaat dan moet u dat zien in het perspectief dat ik op het terras ging zitten puur om mezelf te verwennen na een nogal pijnlijke periode (die nog niet over is maar ik ben op de goede weg) wat me tevens een goede aangelegenheid lijkt om dit verhaal af te sluiten.

 

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , , . Bookmark de permalink.