Opgaan

Eergisteren, op de begraafplaats
viel de eer te beurt aan een dichter
wiens lyriek ik enige uren daarvoor
nog had gelezen

Hij was een dwars man
hoorde ik
tijdens een toespraak,
tegendraads
geëngageerd en
fel van leer trekkend

Ik had een rustige versie
van hem in zijn verzen gezien,
een niet geringe
gerangschikte jamsessie
van het schoon om hem heen
dat hem raakte

Iemand die het verstond
een verstilde wereld op te roepen
in een paar zinnen

Zo’n dichter
die is opgegaan
in zijn natuur

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in poëzie met de tags , . Bookmark de permalink.