We gingen naar een concert in Utrecht, mijn broertje en ik. Van Courtney Barnett, een Australische dame, gesneden uit het beste rockhout dat je maar kan bedenken.
Muziek verbroedert, dat gold zeker voor ons. Toen de naam van de zangeres een keer viel, tijdens Kerst vorig jaar, reageerde hij meteen enthousiast. We waren allebei een beetje op haar, zo bleek.
Naarmate het concert vorderde en steeds beter werd, wist ik zeker dat engelen niet alleen blond zijn. Sommige hebben echt donkerbruin haar en zijn op aarde gezet om ons te betoveren en spelen soms in Utrecht.
Bij het tweede deel kwamen de ‘old songs’ aan de beurt van haar eerste album. Ik zong mee met “I’m thinking of you too” net zoals ik ooit deed in de auto en later die dag op het balkon.
Het nummer Avant Gardener begon en kabbelde zo lekker weg dat ik langzaam van de grond werd getild. Ze zong:
It’s a Monday
It’s so mundane
What exciting things
Will happen today
Nadat het woord ‘mundane’ haar mond had verlaten, zat ik in een rode cabriolet naast mijn broer en doorkruisten we een woestijn ergens in Australië en reden we onbekommerd de toekomst tegemoet als in een reclame van Zwitser Leven. Ik schroefde het volume van de radio nog iets omhoog. Muziek als troost.
Ik zou ervoor willen pleiten het woord Monday te vervangen door Mundane. Dan wordt de wereld weer een beetje mooier. En niet vanwege de luxe, maar puur vanwege de klank.
Mijn broer en ik reden dus door die woestijn totdat in de verte een gehucht opdoemde.
We stopten met gierende banden voor de bank. Ik haalde uit de achterklep twee stokbroden uit de tas boodschappen en gaf er eentje aan P.
“Let’s do this,” zei ik tegen hem. Hij knikte. Ik ramde de deur open. Een paar klanten, met nogal dikke bierbuiken, keken verschrikt om. We namen de stokbroden als geweren in de heupen en riepen gebroederlijk en hard:
Give me all your money, and I’ll make some origami, honey!!
Dit stukje delen