Joggingbroek

Het zit me niet mee. Heb ik een keer de tijd om de krant te lezen, krijg ik de meest treurige krant ooit voorgeschoteld. Alleen de kunstbijlage stemde me vrolijk, de hoofdkatern was doordrenkt van crisis en krimp. Dat het allemaal minder wordt.
En het mist ook buiten. Een grijze dag.
Ik las dat we in een ‘triple dip’ terecht waren gekomen. Heel erg natuurlijk, maar wat een wonderschone combinatie van woorden! Mocht ik vanavond in een cocktailbar belandden, de kans lijkt me -1,2%, dan zou ik maar wat graag een ‘Triple Dip’ bestellen. Met een parasolletje.
Dat Engels bekt toch vaak een stuk beter dan ons kouwe nederlands. Een driedubbele neergang? Dat zijn er goed beschouwd zes. Een drievoudige val? Of is triple, schiet me net te binnen, ook niet nederlands? Of Vlaams? Bij de bieren is het in ieder geval gemeengoed. Zo is daar de Westmalle Triple. Niet te versmaden.
Hoe dan ook, ik heb er vertrouwen in dat we sterker uit de crisis komen, zoals de premiers ons dat voorhielden. Al zeiden ze er niet bij welke crisis ze bedoelden, want tegenwoordig wemelt het ervan. Obama zei bij zijn overwinnigspeech: the best is yet to come. Ik denk: The worst is yet to come, maar dat zal aan de krant hebben gelegen.
Maar goed, dat zijn allemaal onbelangrijke dingen, want ik wil voor eens en altijd afrekenen met een modegrill die ons al sinds de jaren tachtig teistert: de joggingbroek. Dat woord alleen al. Ik spreek het uit als jokkingbroek, er zijn lieden die het lef hebben om het uit te spreken als was het yoghurt, met een ‘g’ dus. Waarmee mijn punt alleen maar wordt bevestigd.
Vandaag overkwam het me weer. In de Albert Heijn. Nietsvermoedend beende ik langs de schappen naar de zuivel. Ik zag een moeder die ik ken van de school van mijn dochter. Ze heeft een uiterlijk waarmee je bij wijze van spreken geld kan verdienen. Op tv bijvoorbeeld of in een modeblad. Ze had een zwarte leren jas aan dat prettig contrasteerde met haar blonde lokken. Opeens wurmde ze zich langs de man die voor haar stond en kwam op me af. Ik bleef als versteend staan.
Die broek.
Een grijze joggingbroek!
Met bobbels op kniehoogte alsof de broek dacht dat de drager nog op de bank zat.
En daaronder zwarte cowboylaarzen.
Ik belandde prompt in een diepe recessie. Het was dat mijn dochter mijn hand beetpakte anders had ik er nog gestaan, uit pure ontzetting.
Bij mijn weten weigerde zelfs de Gebochelde van de Notre Dame de joggingbroek. Hij had meer klasse dan dames die zich in zo’n slobberbroek hijsen.
Het is epidemisch mensen. Ik probeer het altijd verre van me te houden, loop een extra blokje om of wend mijn mijn gezicht af, maar vandaag werd het me teveel, het kwam te dichtbij. Een afzichtelijk monster, een klap in je gezicht. Deze chronische mode-crisis.
Het deed me intens verlangen naar Spanje of Italië. De eerste die daar een mooie vrouw in een joggingbroek ziet lopen, moet me even bellen. Dat zou de crisis compleet maken.
En dan is Nanne Tepper ook nog naar de eeuwige jachtvelden vertrokken.
Tja, het is allemaal wat.

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags . Bookmark de permalink.