Je t’aime

Ik hou van de Belgen, zei ik toen we weggingen. Dat is een mooie afsluiter, zei de ander.

De uitspraak was naar aanleiding van het zien van de film Belgica kortgeleden en de vraag hoe het kon dat België meer kwaliteit leek te produceren op het gebied van film en muziek dan Nederland.

We wisten het niet, wellicht was het een zelfgecreëerde mythe van den nuchtere Ollanders met een hang naar het zuidelijke. Ik suggereerde dat de Belgen minder pretentieus zijn op dat gebied. En dat hun voeten aarden in zachte Franse melancholische bodem, terwijl de onze vastzitten in nuchtere klei.

In de film Belgica gaat een van de hoofdfiguren bijvoorbeeld fraai kapot om uiteindelijk toch weer te worden opgeraapt. Ik kan me geen Nederlands personage herinneren dat goed kapot gaat. Het zal mijn geheugen zijn. Of de drank.

Ian Kerkhof, wie kent hem nog, maakte ooit een film over gabbers waarin de term naar de kloten gaan werd vastgelegd. Met België heeft het weinig van doen, ik zit alleen nog aan een personage te denken dat naar goed naar de kloten gaat.

Het goede doel had ooit een wereldhit met België, waarin onze Zuiderburen met een omweg werden bejubeld. Afgezien van die drumsolo ook geen nummer waar je trots op kan zijn. Maar wel een goede tekst.

Soms weet je dingen niet. Het zij zo.

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , , . Bookmark de permalink.