I know what you did last summer

Bij het voetbal op de donderdag dwaalt er een Ier rond die vooral excelleert in de derde helft. How was your Guinnes? is zijn bijnaam dan ook.

Hij spreekt behoorlijk Nederlands, denkt hij zelf. Als je met hem in gesprek bent, scheren de details, de finesses langs hem heen als verdwaalde kogels.

Gisteren kwamen er een paar woordgrapjes voorbij en dan hapt hij naar adem als een vis op het droge: What? What? De grap wordt er niet beter van als we die dan nogmaals moeten herhalen en vertalen.

Begrijp me niet verkeerd, het is geen verkeerde jongen, zeker niet. Niemand spreekt het woord Fuck mooier en beter uit dan hij. Hij had ook mijn verhaal gelezen over de aanvaring met de heer Block in de Albert Heijn waar hij nogal om moest lachen. Behalve toen hij erachter kwam dat het verhaal feitelijk fictie was, zei hij: “Klootzak.”

Zoals dat gaat in een derde helft kwamen allerlei actuele onderwerpen ter sprake waar ik liever niet over schrijf, want in een wespennest is het slecht vliegen. Zo gingen we in sneltreinvaart door de #metoo, die Kroaat met zijn gifbekertje, Trump en natuurlijk Zwarte Piet.

Ik vertelde de Ier dat mijn zoontje tegenwoordig geen zwarte Piet zegt, maar Lieve Piet. Als ik aan mijn zoon vraag waar zwarte Piet is gebleven, zegt hij dat de Pieten onder de regenboog zijn doorgevaren en sindsdien allerlei kleuren hebben. Dat weet iedereen, zegt hij er dan bij. Hij moest eens weten. De Ier moest er om lachen.

De laatste ronde, die twee rondjes duurde, of drie, dat weet ik niet meer, was net geweest toen we (Ik, de Ier, en nog iemand met een kale kop) in een spraakverwarring terecht kwamen waar ik uren later in bed nog lachend wakker van werd.

Ik vertelde over de idiote actie met zwarte Pieten die zomaar een lagere school binnen kwamen stiefelen en pepernoten in de klassen hadden gestrooid, tot ontsteltenis van de leraren en de kinderen, vooral de kinderen die geen pepernoten hadden kunnen vangen.

De Ier keek me vragend aan. Er was iets dat hij niet snapte, ik wist niet wat.

Ongevraagd hè, zei ik, ze kwamen zomaar die school binnenlopen! Huisvredebreuk!

En toen zei hij (de Ier) dus: In the summer??

Hij dacht dat die actie al in de zomer had plaatsgevonden.. Dat ze zo fanatiek waren. We moesten er hard om lachen.

Zomaar. Summer. Je moet er maar opkomen. Mijn hele betoog naar de maan.

We strompelden de sportkantine uit waar we zo sportief hadden zitten drinken. Buiten sloegen we de armen om elkaar heen en pisten we gezamenlijk tegen de deur van de dierenarts aan. De straal van de Ier was ook heel sportief moet ik zeggen, die van mij had net zo veel vaart als de Drentse A.

Bij café Langendijk sloegen we nog twee whisky achterover en een paar uur later zag ik in mijn dronken halfslaap de Ier weer voor me met zijn verbaasde blik: In the summer?

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , , . Bookmark de permalink.