Humor

Onlangs zag ik bij de VPRO voorgelezen oorlogsverhalen van Amerikaanse soldaten. Indringend begeleid met veelal slow-motion beelden en geluiden.
Het minst geslaagde verhaal, wat mij betreft, was het verhaal met humor omdat ik er niet om kon lachen. Ik ben vrij stug wat dat betreft.
Dat onderwerp werd ingeleid met het gegeven dat een oorlog niet zonder humor kan. Lachen als medicijn tegen de waanzin. Ontlading.
Het deed me plotseling de ernst van de aanslag van Breivik inzien. Omdat mijn voetbalvrienden en ik er zo hard om moesten lachen, laatst op terras.
Als een mitrailleur vuurden we de ene grove opmerking na de andere op elkaar af. Binnen een paar minuten hadden we alle sereniteit dat normaal gesproken als een deken op dat soort wreedheden wordt gelegd, met onze mortieren lachsalvo’s aan flarden geschoten. Met name het gebied rondom het Franse krokodilletje dat de dader droeg moest het ontgelden. Dat krijg je met zo veel ontwerpers in ons midden.
Niet dat ik niet durf, maar de meeste grappen weet ik niet meer. Het begon met A. die repte over ‘ een wel heel merkwaardige manier van vrijetijdsbesteding’. Dat was zogezegd de lont in het kruidvat.
Misschien kun je stellen dat hoe harder men lacht, hoe erger het was. Ik kwam in ieder geval niet meer bij.
Medicijn tegen de waanzin, verdomd als het niet waar is. Vergif zou ik er op innemen.

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , . Bookmark de permalink.