Horizon

Tijdens de derde helft van het zaalvoetbal kan het in gesprekken nogal de diepte in gaan. Wereldproblematiek wordt niet geschuwd. Politiek, wetenschap, filosofie, gezond verstand en humor worden met de biertjes gemixt tot je er koppijn van krijgt. Soms mis ik in die conversaties een vriend van me, die ene die niet kan voetballen. Vooral de gedachte wat zijn bijdrage zou zijn, intrigeert me.

Van hem leerde ik filosofie kennen, waar hij in afstudeerde. Hele bossen boomden we in die tijd bij elkaar over nauwelijks te bevatten zaken. Voor mij tenminste, hij vertoefde graag in het hooggebergte van onze geest, waar ik de adem niet voor had.

Ik mis de filosoof in het maatschappelijk debat (=de derde helft). Een van die voetballers vertelde onlangs dat de denkkunst hem niet meer kon bekoren, hij kon er zijn ei niet meer in kwijt. Hij zoekt (en vindt) inmiddels antwoorden elders. Ik heb filosofie nog wel hoog zitten en ik vind het wel jammer dat we op dat punt uit elkaar dreigen te raken.

Een paar dagen geleden las ik een stuk op internet dat het gemis verklaarde, want daarin werd de status van filosofie vergeleken met die van de wetenschap en de conclusie was dat wetenschap voortborduurt op consensus van het bewezene, maar dat filosofen de neiging hebben het wiel steeds opnieuw te moeten uitvinden. Ze missen daardoor de trein van de actualiteit en kiezen voor een nachtrit met onbekende bestemming. Ik vond het een plausibele verklaring voor de vraag die me al lange tijd bezighield.

De belangrijkste les die ik van die vriend leerde die niet kan voetballen, was dat je altijd kritisch moest zijn. Op en over alles. Filosofie als de kunst om vraagtekens te plaatsen. Maar volgens het stuk dat ik las, ook weer niet bij alles, anders kom je niet verder.

Over actualiteit gesproken: de discussie wie nu slechter is, Trump of Clinton, dreigt een splijtzwam te worden in een andere vriendengroep. En in die discussie kwam de opmerking voorbij dat je achter elk informatiekanaal een vraagteken moet plaatsen. Zo is die les uit mijn studententijd opeens weer springlevend. The only thing you can trust, is research, and that’s the truth!

Ik merkte bij mezelf dat ik zo’n discussie lastig vond omdat ik slecht tegen conflicten kan die betrekking hebben op fundamentele waarden. Vandaar mijn neiging om de discussie te verlichten met grappen; uit angst vriendschappen schipbreuk te zien lijden. Humor als bindmiddel. Mijn oma begon altijd hard te fluiten als er ruzie of onenigheid was om zo de boel af te leiden. Ze slaagde in haar opzet, want we stopten altijd met bakkeleien om haar te vragen of ze alsjeblieft wilde ophouden met dat irritante geluid.

Alles overziend zou ik utopisch willen afsluiten, maar ik zie op dit moment alleen een helikopter voor me uit de film Apocalypse Now die aan de horizon verdwijnt met onder zich een gigantisch vraagteken dat wij als kunstproject met zijn allen hebben gebouwd. Zal me benieuwen waar dat geplaatst wordt.

 

 

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , . Bookmark de permalink.