Gelukkig

Net over twaalven gisteravond zaten de kinderen in een grote fauteuil naar het vuurwerk te kijken. Vriend M. fluisterde in mijn oor dat die twee mijn grootste bezit waren. Dit geschiedde vlak na een vluchtige nieuwjaarswens. Hoe ouder je wordt, des te sneller dat kennelijk gaat. ‘Gelukkig nieuwjaar.’ ‘Ja, gelukkig nieuwjaar.’ Kusje, knuffel, klaar. Er waren jaarwisselingen waarin dat tafereel toch wat langer duurde, met goedbedoelde aansporingen (Dit wordt jouw jaar, ik voel het!) of gewoon dronkemanscomplimenten (Ik ben zo blij dat je er bent man!). Ik knikte naar M. Was het universeel zoiets te voelen, twee ouderen die kijken naar vuurwerkkijkende kinderen in een fauteuil? Het verleden dat weemoedig de toekomst beziet?

Dochterlief kwam zojuist de keuken binnen en vroeg waarom ik daar alleen was. Sommige dingen moet je alleen doen, zei ik. Ze wierp een blik op de alinea hierboven en ik klapte het schermpje over de iPad heen. Dat mag je niet lezen, zei ik. Ze liep nog in haar pyjama. Knuffel? zei ik. We omhelsden elkaar innig. Deze was veel beter dan die rond middernacht. Ik moet deze vasthouden voor later, in dit stukje, dacht ik.

Ik heb een hekel aan december. Die lijstjes in de media. De beste dit en de beste dat. De ergste dit en de ergste dat. En dan nog een keer een rondje langs de belangrijkste doden. Oh, wat erg hè? Ja, vooral die. Commercieel masochisme.

Rond half twee vannacht maakten M., ik en dochterlief nog een rondje in de buurt. Voorheen deden M. en ik dat samen, tegenwoordig met zijn drieën dus. Ongewild draait alles dan min of meer om haar. Alle opmerkingen gaan haar kant op: hé, zie je dat? Handje vasthouden. Zonder haar hadden we altijd de neiging om te kijken of we ergens nog konden doorzakken. Nu waren we haar bewakers, een jong bloempje dat door de menigte geloodst moest worden. Als ik er zo aan terugdenk, zou ik mijn leven ervoor geven.

M. probeerde onderweg het belang van 2017 aan mijn dochter duidelijk te maken. Ze knikte wel, maar ze begreep er natuurlijk niks van. Juist haar naïviteit maakt haar zo mooi. Je zou haar bijna op moeten sluiten als een bezienswaardigheid, met een bordje erbij: Onbedorven ziel. Verboden mee te praten.

Voor twaalven haalde M. nog een oude koe uit de sloot. Dat we in café Kingfisher aan de bar hingen en dat ik dan ineens zei: Ik heb een kind man! Ongelooflijk! Ober, twee whisky!

Als ik aan de toekomst denk, gezien vanuit mijn dochter, dan komt het helemaal goed met de wereld. Die knuffel van de 2e alinea, ik was hem bijna vergeten, ik wilde nog zeggen dat een knuffel met een kater veel beter is dan een knuffel met een slok op. Veel gemeender en bewuster. Het troostte me. Een kater is een prachtige combinatie van onverschilligheid en weemoed. En wat zij niet wist is dat ik heel mijn ziel en zaligheid in die omhelzing legde, voor haar toekomst, voor de liefde.

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.