Een touw

Bij toeval las ik laatst de column van Ephimenco ‘Angst voor de middelmaat‘.
Tijdens het lezen ging er een beving door mijn lijf, gevolgd door enkele naschokken..
Anil Ramdas heeft vorig jaar zelfmoord gepleegd. Een jaar geleden al en ik wist van niks.

Anil Ramdas kon zich niet verzoenen met zijn eigen middelmaat.

Wat er bij mij nogal inhakte was dat ik er iets in herkende; de strijd met mijn verwachtingen. En dat er dus maar een remedie is: accepteren, verzoenen, anders gaat het fout.
Niet dat ik denk dat ik ooit de trekker over zou halen (de trekker van het pistool bedoel ik, niet dat boerending), maar een zekere verzuring en verbittering lijken me wel goede kanshebbers om me te karakteriseren als ik wat ouder ben.

Mijn allereerste stukje tekst ging over zelfmoord. Niet iets om over naar huis te schrijven.

Later schreef ik een verhaal over een nukkige kantoorklerk met literaire ambities die het niet verkroppen kon dat de blonde secretaresse zoveel lof kreeg voor haar ingezonden verhaal dat in het kantoorkrantje werd gepubliceerd.
Hij hing zichzelf tenslotte op aan de balk in zijn woonkamer. Geheel in lijn met zijn karakter.

Mijn tante liet zich een paar jaar geleden in de vijver achter het huis afzakken omdat ze het niet meer aankon. Arme ziel.

Een voorbeeldige leerling van een middelbare school die voor de trein sprong op het station in Haren, waar ik als kind vlakbij woonde.
Ik heb mannen op dat spoor zien lopen die met grijparmen stukken mens in plastic zakken deponeerden.

Op de zwarte leren bank in het huis van mijn moeder, in de tijd dat ik totaal geen zin had om aan het volwassen leven te beginnen, zei ik een keer tegen mijn moeder:
“Ik ga even naar de HUBO, denk ik.”
“De HUBO? Wat moet je kopen dan?”
“Een touw.”
“Een touw? Waarvoor heb je die nodig dan?” (Ze was destijds al niet bijster snel van begrip).
“Voor aan de boom.”
In gedachten zie ik haar zowel schrikken als lachen, maar dat kan ook verbeelding zijn.
In de tijd daarna, als ik weer eens chagrijnig op de bank zat, zei mijn zus weleens:
“Hé, moet je niet een touw kopen?”
Ja, het was een dolle boel daar bij ons.

Ik zag vandaag het boek ‘De Zelfmoordclub’ liggen in onze boekenkast. Ik vroeg me daarna af of Anil Ramdas ooit de film I hired a Contract Killer had gezien van Aki Kaurismäki.
Was Anil Ramdas maar een Fin geweest.

Ephimenco vind zelfdoders laf, gezien de schade die ze ermee aanrichten.
Volgens mij vergt het juist veel moed om zo’n daad te verrichten. Wellicht een verkeerd soort moed, maar toch. Ik geef het je te doen, van de Martinitoren springen bijvoorbeeld. Het is misschien wel de meest moeilijke daad die er is. Vooral omdat het zo pontificaal indruist tegen onze natuur dat we hoe dan ook willen of moeten voortleven.
En we kunnen niet zonder onze naasten, normaal gesproken, omdat we zoogdieren zijn.
In die zin is een zelfmoord niet laf, maar a-sociaal. Jezelf onherroepelijk uit de groep plaatsen. Een moedwillige verbanning naar een onbereikbare bestemming.

Misschien ontdekken de geleerden in de toekomst dat er zoiets bestaat als een zelfmoordgen.

Zelfdoding wordt grotendeels uit het nieuws gehouden omdat men weet dat jongeren bevattelijk zijn voor kopieergedrag, ook wel getypeerd als ‘besmettingsgevaar’.

Motieven. Misschien bedoelde Ephimenco dat Anil geen goed motief had om het te doen. Een laf motief.
Ja, dat zal het zijn.

Ik had graag nog een interview gezien van Anil Ramdas, met zichzelf. Voor zijn dood bedoel ik. Of met Aki Kaurismäki.

Hoe dan ook, ik beloof dat ik me ga verzoenen met mijn middelmatigheid, of ondermaatsheid.
En zoals Herman Finkers ooit zei: Zelfmoord is wel het laatste dat ik zal doen.

20130810-103002.jpg

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , . Bookmark de permalink.