De verdediging

Ik was met de jongens van het zaalvoetbal een weekendje weg in het Oosten des land voor een extra lange 3e helft.

Het was voor mij de eerste keer, ik had de vorige twee edities gemist. Eén editie werd ook wel de crying edition genoemd. Om verschillende redenen hielden sommigen het niet droog tijdens de bonte avond. Iedereen mocht een fragment uitkiezen en daar iets bij vertellen. Tegen het einde liet iemand Rutger Hauer zien in de sf-klassieker Blade Runner, op het dak, in de regen, met de fameuze zinnen:

I’ve seen things you people wouldn’t believe. Attack ships on fire off the shoulder of Orion. I watched C-beams glitter in the dark near the Tannhäuser Gate. All those moments will be lost in time, like tears in rain. Time to die.

Hij had dat fragment gekozen omdat bij hem kanker was geconstateerd. Met uitzaaiingen. Het kan snel gaan, maar het kan ook 25 jaar duren, had hij erbij gezegd. De aanwezigen waren natuurlijk geschokt.

Na de barbecue, dit weekend, las iemand een hilarisch epistel voor over ons voetbalclubje. Hij, die opvallend veel gelijkenis vertoont met Marco van Basten, kreeg terecht applaus. Nadien vroeg een ander hoe het eigenlijk met R. was? Een goede vriend van hem vertelde dat het er niet goed uitzag. Hij had veel pijn. De behandeling had niet het gewenste resultaat opgeleverd. Ik kuchte een paar keer om de brok in mijn keel weg te slikken. Er daalde een akelige stilte neer in de groep alsof Magere Hein voorbij kwam lopen.

We maakten een groepsselfie voor hem. “We missen je!” werd er bij geroepen. Een thuisblijver die de video ook had gekregen, sms-te even later terug: “Ik zit hier met tranen in mijn ogen.”

We praatten nog wat verder over hem. Hij had gewoon domme pech, was de voornaamste constatering. Dat was zeker waar, toch bood het nauwelijks troost.

Later op de avond keken we video’s op Youtube. Naar Hans Teeuwen vooral. We lachten ons de ballen uit de broek. De gedachten aan Magere Hein lagen alweer achter ons.

Ondanks de pijn en vermoeidheid werkt hij gewoon door, omdat het hem op de been houdt. Hij krijgt er energie van. Pijnstillers slikt hij pas als het echt niet meer gaat.

Op de terugweg in de auto, met een lichte kater, twijfelde ik of ik iets moest schrijven over het weekend. Terwijl het begon te miezeren moest ik denken aan weekendjes weg uit het verleden. Toen kwam de dood nooit ter sprake. We zullen er kennelijk aan moeten wennen, gezien onze leeftijd.

Een tafereel schiet me opeens te binnen van een paar jaar geleden. Een vriend van mij riep vlak voor aanvang van het potje voetbal iedereen bij de middencirkel en vroeg of we een kring wilden vormen, armen op elkaars schouders. “Dit doe ik voor mijn vader,” zei hij toen. “En ook voor jouw vader,” stamelde hij tegen een teamgenoot wiens vader ook plotseling was heengegaan.

Mooi hoor, zo’n vereniging ter verdediging van verdriet.

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , . Bookmark de permalink.