Bij de Chinees vanavond, een andere dan gewoonlijk, zei een man met veel geld om de stembanden dat Van’t Hek als een gieter was afgegaan. Ik spitste m’n oren (figuurlijk), ik had namelijk de conference gemist en nu had ik de kans ook eens mee te praten op het werk.
“O, hoezo,” zei een kleine Chinees, in obertenue en met een jaren 70 Ray-Ban brilmontuur. Hij keek de man niet aan, zijn blik was op de tafelgasten gericht.
“Hij beledigde de Koningin.”
“Dat is cabaret,” zei de Chinees met een piepkleine glimlach.
“Je mag de Koningin niet beledigen, dat mag niet van de wet.”
“Dat is cabaret.”
“Maar het mag niet.”
“Dat is cabaret.”
“Hij kan wel 30 jaar krijgen.”
“Youp van’t Hek 30 jaar omdat ie de Koningin beledigde? dat lijkt me sterk. Dat is cabaret.”
Dit is cabaret, dacht ik.
Toen de bestelling klaar was, zei de dame:
“Kalender erbij?”
“Ja, graag.”
Het Buddha-beeldje werd zonder te vragen in de tas gestopt.