Ik weet nog goed dat mijn zus zich grondig voorbereidde op een psychologische test voor een sollicitatie en hoe gelukkig ik me prijsde dat ik niet in die wereld verkeerde. Psychologische testen die je kunt voorbereiden vond ik sowieso absurd. Wat test je dan precies? Ik wierp een blik in het boek en kwam er al snel achter dat het geen kinderachtige opgaven waren. Ik snapte er weinig van. Nog een reden om er faliekant tegen te zijn.
Voor geen goud wilde ik dus werken in een door geld gedreven onderneming die zijn onderdanen onderwerpt aan het lichten van de schedel. Aan mijn lijf geen psychologische polonaise! Dat is een lange periode goed gegaan maar sinds kort hebben we een nieuwe geldschieter en die heeft de commercie als het ware zelf uitgevonden. Zo geschiedde dat ik op een sofa belandde in een immens groot flatgebouw dat half leeg stond om in kaart te brengen op welke gebieden ik mij nog diende te ontwikkelen en wat mijn capaciteiten waren. Mijn verzet ertegen was zoals gewoonlijk heroïsch, maar ik capituleerde uiteindelijk omdat de dame van PZ mij onder mijn voeten kietelde.
Na een paar weken kreeg ik de uitslag:
Albert Nanning is een ontzettende ambitieuze en streberige man, die slecht luistert, maar wel altijd het resultaat haalt. Ik bloei op in een zo commercieel mogelijke omgeving waarin op ieder moment van de dag, ook bij terugkomst van de wc, zowel mijn verbale als abstracte capaciteiten tot het uiterste geprikkeld worden.
Albert voelt zich meteen op zijn gemak in een onbekende sociale setting. Zonder er veel voor te doen is hij meestal al vanzelf het stralende middelpunt waar de meute als hete brij om heen draait. De zeepkist, waar hij soms in een theatrale opwelling op gaat staan, mag in het vervolg thuis gelaten worden omdat niet iedereen het op prijs stelt dat er dan entree wordt gevraagd.
Wel moet Albert letten op al te uitbundig gedrag; het slaan van collega’s bijvoorbeeld, wat ook voorviel tijdens de proefgesprekken, wordt afgeraden. Ook de mate van slaan is voor verbetering vatbaar. Het hoeft niet altijd even hard. Hij moet meer variëren.
Ook het steeds maar weer ontslaan van bepaalde medewerkers, ook in het weekend en ’s nachts, moet een keer ophouden, zeker omdat Albert daar niet toe bevoegd is. Sommige werknemers hebben een autoriteitsprobleem, Albert ziet zichzelf als autoriteit.
Albert geeft te kennen dat hij het nog steeds jammer vindt dat hij uit de feestcommissie is gezet en twijfelt aan de integriteit van die beslissing. Dat bij twee oudgedienden hun hart het begaf tijdens de homo-erotische lapdance, was hem niet aan te rekenen, zo geeft hij te kennen.
Uit de rekenkundige testen komt naar voren dat Albert onder het gemiddelde scoorde. Er dient te worden opgemerkt dat hij tijdens de testen rookte, omdat hij anders de test niet wilde maken. Wij als Assessmentburo hebben geen verstand van tabak en hoe dat ruikt, maar we konden ons niet aan de indruk onttrekken dat er mogelijk een illegaal additief in was verwerkt. De sigaret had ook een vorm van een scheepstoeter, maar dat terzijde.
Op het verbale vlak kan dhr. Nanning aardig uit de voeten, al schreeuwde hij een paar keer Ajax! en Boere! tussendoor. Dat had iets te maken met zijn voorliefde voor twee voetbalclubs. In het groepsgesprek had hij geen enkele moeite met kritiek en weerstand. Hij lachte erom of wuifde het weg. Zijn taalgebruik kan wat formeler. Het ‘lul toch niet zo dom man’ was storend te noemen, al was het maar omdat de gesprekspartners van het andere geslacht waren. Het viel ook op dat hij in zijn weerwoord soms de zaken erg op de spits dreef, waar dat niet altijd nodig was. Het totaal afbranden van een gesprekspartner, waarbij de hele familie er van langs kreeg en beticht werd van sodomie, incest en necrofilie, geeft wel te denken. Dhr. Nanning gaf aan dat hij medewerkers wel vaker op deze wijze op scherp zette omdat het gezond is om medewerkers uit hun comfortzone te halen, zo had hij ergens gelezen.
De afgebrande gesprekspartner ligt overigens nog steeds in Brandwondencentrum Beverwijk. De emmer water die de heer Nanning kortgeleden nog langs bracht, werd overigens zeer op prijs gesteld. De afgebrande gesprekspartner betreurt het gebeurde, maar zegt zich nu wel beter in de slachtofferrol te kunnen verplaatsen.
Concluderend: die Albert Nanning kun je er wel bij hebben. Hij zit goed in zijn vel, misschien wel iets te goed.
Dit stukje delen