Afronden

Als je weleens in de kroeg komt, hoor je soms verhalen waar je niet op zit te wachten. Zo was ik laatst getuige van een barman die tegen een stamgast vertelde dat zijn vader de nacht ervoor was overleden. Vervelend voor hem, maar ik wilde gewoon even in een glas duiken en verder niks. Aanvankelijk deed ik of ik niks hoorde, maar op den duur kreeg ik een diep medelijden met de barman. De treurige taferelen werden een rauwe documentaire die nog dagen in je maag blijft zitten; een zoon met een krakkemikkige pa die hij noodgedwongen verzorgde omdat hij de enige was met wie de ouwe nog contact had.

Ik wilde de barman uiteindelijk troosten met een instemmende knik of een knuffel. Jammer genoeg had hij daar geen oog voor. Het lijden werd op een nuchtere wijze ontrafeld. Zo gaan die dingen, zei hij. De dooddoeners zeg maar. Toen zijn vader tegen de ochtend zijn laatste adem uitblies, zag de barman een vallende ster. Een kippenvelmoment voor hem. Hij vatte het op als een teken van hogerhand. Ik fronste mijn wenkbrauwen. Eerst die nuchterheid en dan dat. Ik kon het niet rijmen. Al gauw werd me duidelijk dat het zogenaamde teken van boven hem had getroost.

Ik nam nog maar een slok en dacht aan de keren dat ik een vallende ster zag. Alleen die ene keer in het dorp waar ik opgroeide, toen ik bij een jeugdliefde was geweest en naar huis fietste in euforische stemming, is me bij gebleven. Nu ik er zo aan terugdenk was dat ook wel een bijzonder moment. Ik vroeg me af wat de gevoelens waren geweest bij de barman als de ster niet gevallen was? En of hij wist dat het geen ster was maar ruimtepuin dat de dampkring toucheerde? Het deed er ook niet toe.

En nu, maanden na het verhaal van de barman, op het terras van Kriterion, zitten twee mannen ook te praten over een dode vader. De zoon spreekt ronduit over hoe het gebeurde tegen de ander. Een mooie vrouw met donkerbruine krullen komt van rechts aangelopen en geeft de ongelukkige man een ferme knuffel.
Er is nuchterheid, een zekere afstand tot de dood, maar ook humor. De zoon is erg tevreden over zijn speech. Kanker, chemo en alternatieve manieren om te overlijden passeren de revue, zoals het drinken van drie flessen wodka, pal achter elkaar. En hoe je om kan gaan met de kist, wie er in aanmerking komen om te duwen. Ze maken er grapjes over. Na drie dagen gaat het lijk stinken, hoor ik. Gasvorming.

Net als bij de barman weet ik niet hoe ik af moet ronden. Meestal dient het einde zich vanzelf aan, kennelijk lukt dat niet met de dood. Graag had ik afgesloten met een moedig naar huis fietsen, de kop fier tegen de wind in, de dood met een kwinkslag van me aftrappend, maar het zij niet zo.

 

 

Dit stukje delen
Dit bericht is geplaatst in column met de tags , , . Bookmark de permalink.