Ik ben nog steeds een kind dat aan het schat zoeken is. Ik zoek de littekens, de schaafwonden van de stad, de ongeziene luwtes waarin de tijd verstrijkt, waar oude posters hangen, elektriciteitshuisjes zijn beplakt, gestorven karton op straat ligt en leg deze vast. Als gewonde soldaten neem ik ze mee naar huis en blaas er als het nodig is nieuw leven in. Soms duurt een herstel langer en gebruik ik pleisters uit het archief.
Ik groeide op in de jaren 80, de tijden van Punk en New Wave, die rebelleerden tegen de gevestigde muzikale orde en opbloeiden vanwege slechte sociaal-economische omstandigheden. De punk-attitude fascineerde me. Het gaat niet om de techniek, het gaat om het gevoel, om verzet, vrij te zijn om te doen wat jij wil. In mijn beelden komt dat gevoel terug: dit vind ik mooi, dit ga ik vastleggen of gebruiken of je het nu leuk vindt of niet.
Het duurde vrij lang voordat ik deze voorliefde durfde te laten zien. Ik ben van nature verlegen en introvert. Pas na een scheiding en een innerlijke bezinning durfde ik te focussen op mijn fascinatie voor verweerde objecten, omdat ik niet meer koos wat anderen wellicht mooi zouden vinden, maar wat ik zelf mooi vind. Het leven tekent mensen en dingen. In die zin zijn mijn beelden letterlijk tekenen van leven. Wanneer ik een oude, verweerde deur fotografeer, zie ik niet alleen de afbladderende verf, maar ook de geschiedenis van alle handen die haar hebben geopend. Wanneer ik een met posters beplakte muur bekijk, zie ik hoe tijd zich in lagen opbouwt en weer afbrokkelt. Die gelaagdheid resoneert met mijn eigen ervaringen. Er is schoonheid in het onvolmaakte, in wat achterblijft. Ik voel een drang om deze beelden vast te leggen voordat iemand besluit ze op te ruimen, uit te wissen.
Ik hoop dat mensen de esthetische schoonheid zien van mijn werk en dat ze bij nadere beschouwing reflecteren op de verstreken tijd die in het werk zit en daar troost zullen vinden. Het is voor mij een manier om me te verzoenen met hoe het leven is, met mijn geschiedenis en met mijn sterfelijkheid. De beelden staan voor wie ik ben, als een vader voor zijn zoon, of beter misschien als een zoon voor zijn vader. We staan er niet alleen voor, we staan altijd in een traditie van komen en gaan.
I grew up in Groningen and became involved with photography and film during my study Dutch Language and Literature when I took a course in black and white photography. I was also occupied as a filmprogrammer at a movie theater for students for several years. Nowadays I live and work in Amsterdam where I scours the streets in search of images. Besides images I like to write and I've published two books, see also here.
Nanning is autodidact.
From 2004 I fully focused on digital photography which resulted in my mirror collages (Digital/Mix/Symmetry) that are both striking and intruiging, often with very powerful colors.
Furthermore I'm fascinated by objects changing over time.
Nowadays Albert focusses more on making series. He also started portraying people in the streets of Amsterdam.
You don't have to go far to discover beauty, It's closer than you think.
And one of my favorite writers Martin Bril once wrote: "First an artist has the obligation to search for beauty and second not to fall in the pit of seriousness."
↑
Word abonnee zodat je op de hoogte blijft!